Multiple Sclerose (MS) is een aandoening van het centrale zenuwstelsel (hersenen en ruggenmerg). De naam Multiple Sclerose verwijst naar de veelvuldig (multiple) voorkomende verhardingen (sclerose) in het aangetaste weefsel.
Er wordt wel eens gedacht dat MS een spierziekte is, maar dit is onjuist. Het kan wel gebeuren dat vanwege de beschadigingen die ontstaan in het centrale zenuwstelsel en de daarmee samengaande verstoring van de informatieoverdracht, patiënten hun spieren niet meer aan kunnen zetten tot bewegen. MS is één van de meest voorkomende neurologische aandoeningen van het centrale zenuwstelsel. Het is een chronische ziekte, dat wil zeggen: een ziekte die lange tijd duurt (3maanden+) en meestal niet te genezen is. Maar in gunstige gevallen met therapie en leefregels wel de verschijnselen van de ziekte te onderdrukken zijn.
Het centrale zenuwstelsel
De hersenen ontvangen allerlei informatie uit de buitenwereld en vanuit ons lichaam. De hersenen reageren daarop door bepaalde opdrachten aan ons lichaam door te geven. Via bepaalde banen, zoals het ruggenmerg, worden die opdrachten naar de plaats van bestemming gestuurd. Wanneer we bijvoorbeeld een kopje of een beker willen oppakken, dan sturen de hersenen via het ruggenmerg en zenuwen de boodschap door naar de hand. De hand pakt dan het kopje op en brengt het naar de mond.
De stroom van informatie in de hersenen en ruggenmerg verloopt via de zenuwcellen en hun uitlopers, de zenuwvezels (axonen). Om de prikkeloverdracht snel en efficiënt te laten verlopen over soms lange afstanden (denk aan het bewegen van de tenen), bevindt zich rondom de zenuwvezels een soort isolatielaag, het myeline. Het myeline is aanwezig in de vorm van afzonderlijke segmenten of schedes. Als gevolg van het ziekteproces verdwijnen bij mensen met MS op bepaalde plaatsen in het centrale zenuwstelsel de myelineschedes. Dit proces wordt ook wel demyelinisatie genoemd.
Doordat de myelinesegmenten verdwijnen, raakt de informatieoverdracht tussen zenuwcellen geheel of gedeeltelijk verstoord. Een MS-patiënt kan daarom bijvoorbeeld problemen hebben met het oppakken van een kopje. Als er verlies van myeline optreedt in de oogzenuw, kunnen de cellen die in het oog het licht opvangen niet meer goed informatie overbrengen naar de hersenen. Het gevolg is dat de patiënt niet meer duidelijk ziet.
MS is geen dodelijke ziekte. Het komt maar zelden voor dat iemand overlijdt aan de directe gevolgen van MS. Wel is het zo, dat mensen in een laat stadium kunnen overlijden aan de indirecte gevolgen (complicaties). Door MS kan slijm soms moeilijk worden op¬gehoest, waardoor er longontsteking kan ontstaan. Soms kan door MS de blaas niet goed geleegd worden, wat een ontsteking van de urinewegen tot gevolg kan hebben. Deze ontstekingen zijn indirecte gevolgen van MS en kunnen soms het leven bekorten. MS is geen besmettelijke ziekte. U kunt het dus niet oplopen door lichamelijk contact met iemand die MS heeft.
Verschillende vormen van MS
Ondanks het grillige en onvoorspelbare verloop is MS toch te verdelen in vier vormen. Deze vier vormen zijn:
1. benige MS
2. de relapsing-remitting beloopsvorm
3. de secundaire beloopsvorm
4. de primaire beloopsvorm
Ad 1) Benige oftewel de milde vorm van MS kent een lange periode zonder aanvallen. Zo’n aanval noemen we ook wel schub of exacerbatie. We spreken van een nieuwe aanval wanneer nieuwe klachten ontstaan of de oude klachten weer toenemen. Tevens moeten de klachten langer dan 24 uur aanwezig zijn en mag er geen sprake zijn van koorts of een infectieziekte. Griep, verkoudheid e.d. kunnen een nadelig effect hebben op MS. Tussen de aanvallen kan soms wel tien jaar of meer zitten. Bij deze vorm van MS komt dan ook geen ernstige invaliditeit voor. Ongeveer 10 % van de MS patiënten heeft deze milde vorm.
Ad 2) De relapsing-remitting beloopsvorm kenmerkt zich met aanvallen en een herstelperiode. Dat wil zeggen dat een periode met aanvallen afgewisseld wordt door een periode van herstel. De beschadigde myeline die ontstaan is door de aanval wordt bijna helemaal hersteld. Door de verhoogde lichaamstemperatuur kan er een aanval ontstaan. Deze vorm kan overgaan in de ernstigere secundaire progressieve beloopsvorm. Juist voor deze groep MS patiënten is het belangrijk dat ze snel aan de medicatie gaan, dit kan het ziekteproces met 30% vertragen. De komende jaren zullen er voor deze groep patiënten meerdere mogelijkheden ontstaan. Deze vorm komt voor bij 40 % van alle mensen met MS.
Ad 3) Secundaire beloopsvorm kenmerkt zich doordat het ziektebeeld geen herstelmomenten meer heeft. De ziekte krijgt langzamerhand steeds zwaardere kenmerken. Deze vorm komt bij 40% van de patiënten met MS voor.
Ad 4) De primaire beloopsvorm is de ergste vorm van MS. Hierbij zijn ook geen momenten van herstel en is de ziekte van af de eerste aanval meteen zeer progressief. Het wordt dus steeds erger. Mensen die op latere leeftijd de eerste symptomen van MS krijgen lijden vaak aan de primaire progressieve beloopsvorm. Deze vorm komt bij 10% van de mensen met MS voor.
Het stellen van de juiste diagnose is een groot probleem bij MS. Omdat de, toch al vage, beginverschijnselen ook weer grotendeels over kunnen gaan is het voor de huisarts vaak niet voor de handliggend om meteen aan MS te denken. Ook al word er gedacht aan MS dan is het voor de neuroloog ook moeilijk om met 100% zekerheid de ziekte vast te stellen. Een MRI-scan biedt hiervoor de nieuwste en beste mogelijkheden.
Symptomen
De volgende klachten en verschijnselen kunnen bij MS ontstaan:
• Sensibiliteit: tintelingen, prikkelingen, doofheid, pijnaanvallen, gevoelsstoornissen zoals koude voeten, spierpijn
• Motoriek: krachtsverlies, spasticiteit, krampen, stijfheid
• Coördinatie: onwillekeurige bevingen (tremoren), spraakstoornis, duizeligheid, draaiduizeligheid
• Hersenstam: zenuwpijn, gevoelsstoornis in het gezicht
• Gezichtsvermogen: zenuwontsteking aan een of beide ogen, oogsiddering, dubbelzien
• Blaas: toegenomen aandrang, achterblijven van urine, incontinentie
• Seksueel: libidoverlies, impotentie, genitale pijn, vermindering van het gevoel
• Darmen: obstipatie, incontinentie
• Moeheid: moeheid in rust, snelle vermoeibaarheid
• Cognitie: geheugenstoornissen, concentratiestoornissen
Diagnose
Om de diagnose MS te kunnen stellen moet het ziektebeeld aan de volgende vier voorwaarden voldoen:
1. Het moet duidelijk zijn dat er zich meerdere harde plekken in het centrale zenuwstelsel bevinden. Deze veroorzaken verschillende klachten (bijvoorbeeld stuurloosheid van een arm en krachtverlies in een been).
2. De klachten moeten op en neer gaan of ze moeten gedurende meer dan een half jaar toenemen.
3. Bepaalde onderzoeken moeten afwijkingen aan het licht brengen die bij MS passen (onder andere MRI en ruggenprik).
4. Er mag geen betere verklaring voor de klachten te vinden zijn dan de diagnose MS.
Officieel gehanteerde diagnoses zijn: zeker MS, mogelijk MS en geen MS.
Oorzaken
De oorzaken zijn niet bekend. Er wordt aan verschillende mogelijkheden gedacht:
• Virusinfectie
Een virus (een ziekteverwekker) dat alleen in een gematigd klimaat voorkomt, zou de oorzaak kunnen zijn. Hoe warmer het land, hoe minder het voorkomt.
• Voeding en hygiëne
MS komt vooral voor in hoog ontwikkelde landen. Daar hebben mensen ook bepaalde hygiënische voorzieningen en eten ze bepaald voedsel. Het zou kunnen dat die omstandigheden ook een rol spelen bij MS.
• Erfelijkheid
MS is niet erfelijk. Toch komt het wat vaker voor in de naaste familie van mensen met MS. Het kan dus zijn dat erfelijke factoren een kleine rol spelen.
• Overgevoeligheidsziekte
Het lichaam heeft een zogenoemd afweersysteem dat stoffen te lijf gaat die ziekten kunnen veroorzaken, bijvoorbeeld bacteriën of virussen. Het komt wel voor dat een afweersysteem stoffen van het eigen lichaam aanvalt en afbreekt. Dit wordt een overgevoeligheidsziekte of auto-immuunziekte genoemd. MS zou zo’n ziekte kunnen zijn omdat het lichaam de myelineschede aantast.
• Combinatie
Het kan ook zijn dat Multiple Sclerose door een combinatie van deze mogelijkheden wordt veroorzaakt.
Zaken die een ongunstige invloed op de klachten kunnen hebben:
• hoge temperaturen (warmte, koorts)
• grote lichamelijke inspanning en vermoeidheid
• grote geestelijke druk (stress)
• infecties en verwondingen
• een bevalling
• een operatie, een verdoving via het ruggenmerg of een ruggenprik.
Epidemiologie
In Nederland hebben ongeveer 16.000 mensen MS. Per jaar komen daar circa 350 – 450 nieuwe patiënten bij. MS komt meer voor in gebieden met een gematigd, koel klimaat dan in tropische streken en komt daarom dus ook meer voor bij mensen van Noord-Europese afkomst dan bij bijvoorbeeld Afrikanen en Aziaten. De oorzaak hiervoor is niet bekend.
De eerste ziekteverschijnselen openbaren zich meestal tussen het twintigste en veertigste levensjaar, echter kunnen kinderen ook MS krijgen. MS komt twee- tot driemaal vaker voor bij vrouwen dan bij mannen en de ziekte openbaart zich bij vrouwen vaak op een jongere leeftijd dan bij mannen.
Behandeling
Fysiotherapie en lichamelijke oefeningen spelen een belangrijke rol bij het in een zo goed mogelijke staat houden van de mobiliteit, kracht, coördinatie en balans van mensen met MS. Met name bij de behandeling van spasticiteit wordt veelvuldig gebruik gemaakt van fysiotherapie.
Fysiotherapie
Lichamelijke activiteit van mensen met MS is lange tijd ontmoedigd. De achterliggende gedachte hierbij was dat het lichaam bij lichamelijke activiteiten warmer wordt en hierdoor tot een nieuwe aanval ofterwijl schub zou kunnen leiden. Geleidelijk is men erachter gekomen dat gebrek aan activiteit ook bij kan dragen aan vermoeidheid en zwakte. Beweging wordt momenteel gestimuleerd voor het verhogen van de fitheid en het gevoel van welbevinden en voor het vertragen van het verlies in spierfunctie. Uiteraard dient de lichamelijke activiteit op de juiste wijze gedoseerd te zijn om uitputting te voorkomen en tevens aangepast te zijn aan de lichamelijke mogelijkheden en beperkingen van de persoon met MS. Begeleiding door een fysiotherapeut speelt hierbij een belangrijke rol. In sommige gevallen wordt gebruik gemaakt van oefeningen in een zwembad om het lichaam koel te houden en een grotere variatie aan oefeningen mogelijk te maken. Er zijn geen aanwijzingen dat gedoseerd bewegen tot een schub leidt. Wel kan het, door de verergering van de klachten tijdens een schub, nodig zijn om het fysiotherapieprogramma aan te passen of tijdelijk stop te zetten. Bij MS is er vaak een patroon aanwezig wat betreft excacerbatie/schubs. De fysiotherapeut kan dit patroon achterhalen en hierop kan hij/zij zijn behandeling aanpassen.
Voor meer uitgebreide informatie verwijzen wij u naar:
http://www.msvereniging.nl/
http://www.ms-int.nl/