Het woord meniscus komt uit het Grieks en betekent zoveel als kleine maan. De naam is afgeleid van de vorm die de meniscus heeft. Deze is enigszins sikkelvormig, zoals bij wassende of afnemende maan. De meniscus (mensci in het meervoud) ligt als het ware boven op het scheenbeen (tibia), en daarbovenop rust het dijbeen (femur)
De mediale (binnen) meniscus heeft aan de voor- en achterzijde én in het midden een bevestigingspunt. De laterale (buiten) meniscus heeft alleen aan de voor- en achterzijde een bevestigingspunt. Dit betekent dat de binnenmeniscus minder mogelijkheden heeft om te bewegen, en daardoor eerder overbelast, en dus beschadigd, wordt.
De menisci zorgen ervoor dat de gewrichtsvlakken van het dijbeen en het scheenbeen, die mechanisch gezien eigenlijk slecht op elkaar passen, toch goed op elkaar aansluiten en dit ook tijdens het bewegen van de knie blijven doen. Verder spelen ze een rol bij de stabiliteit, de schokdemping en verdeling van de krachten die op het kniegewricht inwerken.
De meniscus kan op verschillende manieren scheuren, waarbij er verschillende typen zijn te onderscheiden.
Symptomen
De symptomen die optreden bij een meniscusletsel kunnen per persoon sterk verschillen, maar over het algemeen zullen we de volgende verschijnselen, al of niet in combinatie met elkaar, kunnen waarnemen.
• pijn
• (een gevoel van) instabiliteit, het “er doorheen zakken”
• het voelen “klikken” of “ploppen” in de knie
• het “op slot zitten” van de knie
• het volledig buigen en/of strekken van de knie is niet, of alleen met pijn, mogelijk
• zwelling
Het op slot zitten van de knie wordt veroorzaakt doordat het loszittende deel van de meniscus zich verplaatst en als het ware in het gewricht klem komt te zitten tussen het dijbeen en het scheenbeen. Het voorzichtig bewegen van het been onder lichte tractie wil deze inklemming nog wel eens verhelpen.
Het meniscusletsel op basis van “ouderdom” (degeneratie) kenmerkt zich vaak door een patroon van langzaam, in de tijd toenemende, pijn. Het heeft een meer chronisch karakter. Daarbij is er vaak geen aanwijsbare oorzaak voor de pijn en/of de zwelling. Het meniscusletsel op basis van een sportletsel kenmerkt zich veel eerder door een acuut ontstane situatie, waarbij de sporter vaak in staat is het moment van het letsel exact aan te geven.
Diagnostiek
Bij het lichamelijk onderzoek van de knie wordt vaak drukpijn aan de binnenzijde wanneer de scheur in de binnenmeniscus aanwezig is of aan de buitenzijde wanneer de scheur in de buitenmeniscus aanwezig. Door irritatie van de kapotte meniscus in de knie kan er vocht in de knie ontstaan hetgeen de arts bij onderzoek kan vaststellen. Gewone röntgenfoto’s kunnen een voetbalknie niet aantonen omdat op gewone röntgenfoto’s alleen maar bot waarneembaar is. De menisci, die van kraakbeen zijn, kunnen derhalve op dergelijke foto’s niet worden gezien. Dit kan wel bij een contrastonderzoek van de knie (artrogram genoemd). Bij een dergelijk onderzoek wordt contrastvloeistof met een naald in de knie gespoten. Vervolgens worden röntgenfoto’s gemaakt. Wanneer er zich een scheur in de meniscus bevindt zal de contrastvloeistof zich in deze scheur ophopen. Dit is in de regel goed op deze foto’s waarneembaar. Nadeel van dit onderzoek is dat er in de knie moet worden geprikt wat voor een aantal mensen als pijnlijk wordt ervaren. Als alternatief is de zogenaamde magneetscan onderzoek (MRI = Magnetic Resonance Imaging) welk onderzoek geheel pijnloos maar veel duurder is dan een contrastvloeistofonderzoek. Daarbij komt dat momenteel nog niet in alle ziekenhuizen een MRI-apparaat aanwezig is.
De arts kan zelfs na contrastvloeistofonderzoek of magneetscanonderzoek van de knie niet met 100% zekerheid de diagnose voetbalknie stellen. Wanneer hij denkt dat het een verstuiking is van de knie dan zal hij drie maanden afwachten. Zijn de klachten echter na drie maanden nog aanwezig of wanneer er een sterke verdenking is op een voetbalknie dan zal hij adviseren een zogenaamde kijkoperatie (artroscopie) te verrichten. Bij een dergelijke kijkoperatie wordt een kijker (artroscoop) in een stugge buis van enkele mm’s via een klein sneetje aan de voorzijde van de knie ingebracht. De kijker wordt aangesloten op een videocamera, die weer verbonden is met een beeldscherm. De kijker wordt tevens aangesloten op een lichtkabel waardoor de binnenkant van het gewricht goed verlicht wordt. Via een aparte aan- en afvoeropening wordt het gewricht voortdurend gespoeld met een zoutwater oplossing. Mocht er sprake zijn van een kapotte meniscus dan zal in de regel het kapotte deel via een ander klein sneetje met behulp van een schaartje en tangetje eruit worden gehaald. De operatie duurt ongeveer een halfuur.
Met een kijkoperatie kunnen verschillende aandoeningen aangetoond worden, namelijk
• een scheurtje in een meniscus
• een beschadiging van het kraakbeen
• een probleem met de voorste of achterste kruisband
• een scheurtje in de bindweefselplooi van het kapsel
• combinatie van bovengenoemde mogelijkheden
Oorzaken
Over het algemeen zijn er twee groepen letsel te onderscheiden. Ten eerste het meniscusletsel als gevolg van ouderdom, en ten tweede het meniscusletsel als gevolg van een (sport)ongeval.
Met het ouder worden neemt de elasticiteit van de meniscus af en wordt deze harder en brozer. Het gevolg kan zijn dat er onder belasting kleine barstjes in de meniscus komen en er uiteindelijk een -degeneratieve- scheur ontstaat. In de sport zullen we dit nauwelijks tegenkomen, hier is een sportongeval meestal de oorzaak. In tegenstelling tot wat vaak wordt gedacht is de oorzaak meestal niet gelegen in een botsing met een andere speler, of een ongelukkige val. De typische oorzaak voor een meniscus scheur is een beweging waarbij het onderbeen stil blijft staan, de knie over het algemeen gebogen is, en waarbij dan de rest van het lichaam draait. Een typische beweging die we bijvoorbeeld veel zien bij sporten met schijnbewegingen en snelle stops met korte draaiingen. Dit verklaart ook gelijk waarom we meniscusletsels vaak zien bij sporten als (zaal)voetbal, basketbal, hockey, rugby en American football. Vaak zien we dat meniscusletsel voorkomt in combinatie met letsel van andere banden en/of het kniekapsel.
Behandeling
Er zijn twee manieren om een gescheurde meniscus te behandelen. Sommige scheuren kunnen gerepareerd worden met hechtingen die te vergelijken zijn met krammen die verdwijnen na enkele weken – een procedure die artroscopisch wordt uitgevoerd (microchirurgie). Dit kan alleen in het doorbloede gedeelte van de meniscus.
Als de scheur niet gerepareerd kan worden op deze manier, wordt de losse “omslag” en het resulterend puin artroscopisch verwijdert. Het gebruik van de chirurgische laser – een relatief nieuwe ontwikkeling – heeft de herstelperiode na zo’n operatie aanzienlijk verminderd. Alhoewel het verwijderen van een deel van de meniscus zorgt voor een reductie in de omvang, vermindert het de irritatie in het gewricht, en dit veroorzaakt de werkelijke schade.
Fysiotherapie
Niet in alle gevallen is operatief ingrijpen noodzakelijk, afhankelijk van de ernst van de klachten kan er gekozen wordt voor conservatieve therapie. Hierbij wordt er middels oefentherapie gewerkt aan het verbeteren van de actieve stabilisatie van het kniegewricht. Met coördinatie- en spierverstekende oefeningen, zal een betere stabiliteit over het kniegewricht verkregen worden waardoor de druk in het kniegewricht zal verminderen. Hiermee zullen de ”niet te trainen delen” (o.a. kapsel- en bandapparaat) minder onder druk staan tijdens activiteit en zullen de klachten verminderen.
Als er wel gekozen wordt voor operatief ingrijpen is preoperatieve therapie (therapie vooraf aan de operatie) ook gericht op het verbeteren van de spierfunctie (actieve stabilisatie) om zo een voorspoedig herstel na de operatie voor te bereiden.
Voor meer uitgebreide informatie verwijzen wij u naar
http://www.orthopedie.nl