De mens heeft in totaal meer dan tweehonderd botten in het lichaam. Deze botten vormen samen het skelet waar het gehele lichaam op steunt. De botten in ons lichaam hebben als functie het ondersteunen van het lichaam, het beschermen van bepaalde gedeeltes van het lichaam en dienen als aanhechtingspunt voor spieren. Ook maken zij bloedcellen aan. In de botten wordt voortdurend nieuw botweefsel aangemaakt en oud botweefsel afgebroken. Dat is normaal. In de groei is er meer aanmaak, op oudere leeftijd meer afbraak van botweefsel. Met de jaren worden botten daardoor brozer.
Als ze erg breekbaar zijn spreken we van botontkalking of osteoporose. Bij de aanmaak van botweefsel spelen de volgende factoren een belangrijke rol:
• Voldoende lichaamsbeweging
• Gevarieerde –calciumrijke- voeding
Bij de afbraak van botweefsel spelen de volgende factoren een belangrijke rol:
• Onvoldoende lichaamsbeweging
• Ongevarieerde –calciumarme- voeding
• Roken
Symptomen
Osteoporose geeft op zich geen klachten. Maar met osteoporose is er wel meer kans op botbreuken, bijvoorbeeld een pols of een heup. Een botbreuk door osteoporose ontstaat meestal pas op oudere leeftijd. Op die leeftijd is de kans op vallen namelijk groter. Ook kan een ruggenwervel gemakkelijker inzakken of breken, waardoor de patiënt krommer of kleiner wordt. Dit hoeft helemaal niet merkbaar te zijn, maar soms kan het rugpijn geven. Lage rugpijn wordt echter zelden door osteoporose veroorzaakt.
Diagnose
De diagnose osteoporose kan op diverse manieren worden gesteld:
Na een botbreuk
Wanneer u wat gebroken hebt kan op basis van de röntgenfoto worden vastgesteld dat er sprake is van een botbreuk door osteoporose. Wanneer u wat breekt na het 50ste jaar is het altijd verstandig te vragen of er sprake is van osteoporose. Ook al wordt er door de desbetreffende arts niets over gezegd.
Met een röntgenfoto
Met behulp van een röntgenfoto kan men naast een botbreuk ook ingezakte wervel goed zichtbaar maken. Ingezakte wervels kunnen voorkomen bij mensen met osteoporose. Wervelinzakkingen kunnen veel pijn veroorzaken en daarbij zal door de inzakking lengteverlies en een verkromming van de rug ontstaan.
Met een botdichtheidsmeting
De dichtheid van het bot (de botmassa) kan op een betrouwbare manier gemeten worden op verschillende plaatsen in het skelet. Meestal worden de heup en de lendenwervels (LWK) gemeten. Het apparaat (een DXA-apparaat) waarmee dit gebeurt is een soort een röntgenapparaat, maar de straling waaraan men tijdens het onderzoek wordt blootgesteld is erg laag. Met een meting van de botmineraaldichtheid (BMD) kan de hoeveelheid botmassa gemeten worden. Hoe lager de BMD, hoe groter de kans op een botbreuk als men komt te vallen. Met een botdichtheidsmeter meet men dus eigenlijk de kans op een breuk. Of er daadwerkelijk een botbreuk of wervelinzakking optreedt is niet te voorspellen.
De meting wordt uitgedrukt in een T-score en een Z-score:
T-score: uw botdichtheid vergeleken met de botdichtheid van een vrouw rond het 35e jaar;
Z-score: uw botdichtheid vergeleken met de botdichtheid van iemand van uw leeftijd.
• Bij een uitslag van: T-score tussen de +1 en –1 is alles prima.
• Bij een uitslag van: T-score tussen de –1 en –2,5 is er sprake van osteopenie (verminderde botmassa).
• Bij een uitslag van: T-score vanaf –2,5 is er sprake van osteoporose.
Oorzaken
De volgende factoren spelen een belangrijke rol bij het al dan niet krijgen van osteoporose:
• Erfelijke aanleg
• Immobiliteit
• Medicijngebruik (met name prednison en prednisonachtige stoffen)
• Leeftijd
• Hormoonafwijkingen
• Een vroege menopauze
• Onvoldoende calcium en vitamine D
Ondergewicht (een te laag gewicht kan risico’s voor de gezondheid met zich meebrengen. De conditie kan achteruit gaan en iemand kan zich sneller lusteloos en moe voelen. Ook neemt waarschijnlijk de kans op botbreuken toe. Een BMI van 18,5 of minder is een ernstige risicofactor voor osteoporose)
Epidemiologie
• Wereldwijd krijgt één op de 3 vrouwen en één op de 8 mannen boven de 55 jaar osteoporose.
• In Nederland hebben ruim 800.000 mensen osteoporose. (bron: RIVM)
• Bij mensen onder de 55 jaar worden geen osteoporose gegevens bijgehouden, maar osteoporose komt wel bij jongeren voor.
• 80% van de mensen met osteoporose weet zelf niet dat ze het hebben (zij zijn niet gediagnosticeerd).
• 80% van de mensen boven de 55 jaar, die met een breuk in het ziekenhuis komen, wordt niet nader onderzocht op osteoporose.
• 80% van de mensen met een gediagnosticeerde osteoporose wordt niet adequaat behandeld met anti-osteoporose medicijnen.
• Uit onderzoek blijkt dat in de meeste gevallen osteoporose pas wordt ontdekt wanneer men iets breekt!
Behandeling
Osteoporose is een aandoening aan het lichaam die niet genezen kan worden, het enige dat bij een behandeling gedaan kan worden is de achteruitgang van het botweefsel zo veel mogelijk afremmen.
De behandeling van osteoporose heeft een drieledige doelstelling:
1) Pijnbestrijding (waar nodig): Osteoporose gaat vaak gepaard met pijn. Uit onderzoek blijkt dat ongeveer acht van de tien mensen met osteoporose pijnklachten hebben, waarvan de helft zelfs dagelijks. Er zijn echter ook mensen die centimeters kleiner zijn geworden zonder ook maar een beetje pijn. Ze waren er zich niet eens van bewust dat de rugwervels – allemaal afzonderlijke botten – verzwakt waren en op een gegeven moment gewoon inzakten.
2) Verder botverlies tegengaan: Om verder verlies van botmassa tegen te gaan zijn de leefregels belangrijk. Goede voeding, voldoende buitenlicht en lichaamsbeweging blijven enorm belangrijk. Daarnaast zal bij een ernstige osteoporose een behandeling met medicijnen noodzakelijk zijn.
Wanneer u een behandeling krijgt voorgeschreven om verder botverlies tegen te gaan is het raadzaam deze behandeling nooit te stoppen zonder overleg met uw arts.
3) Botbreuken voorkomen: De uitleg bij 2 geldt ook voor het voorkomen van botbreuken. Verder kan er aan valpreventie worden gedacht.
Fysiotherapie
De rol van de fysiotherapeut in het proces, is:
1. Het voorkomen van (nieuwe) fracturen door middel van het verhogen van de dichtheid van de botten en het verlagen van de valkans. Dit gebeurt door middel van oefentherapie.
2. Secundaire preventie van met osteoporose samenhangende klachten. Zoals een veranderde lichaamshouding, verminderde spierkracht, verminderde balans, afgenomen mobiliteit van gewrichten of valangst. Zoals al eerder beschreven, kan ook pijn samenhangen met osteoporose, bijvoorbeeld door een wervelfractuur.
3. Het begeleiden van patiënten. Dit omvat onder andere het geven van informatie en advies betreffende osteoporose en de gevolgen hiervan en advisering en instructie ten aanzien van eventuele (loop)hulpmiddelen.
Voor meer uitgebreide informatie verwijzen wij u naar:
http://www.osteoporosestichting.nl/
http://www.orthopedie.nl/